De heer H. (Henk) Haan (1925) werd in 1944 als represaillemaatregel opgepakt bij een razzia en vastgezet in Kamp Amersfoort en in werkkampen in Duitsland. Hij heeft zich ingezet voor plaatsing van monumenten in Duitsland en in zijn woonplaats Bedum. De monumenten moeten voorkomen dat zijn geschiedenis en die van zijn lotgenoten vergeten wordt.
'Als de dag van gisteren'
Razzia Bedum 25 april 1944
Bedum
'Ik kom uit Bedum, een plaats ten noorden van de stad Groningen. In de oorlogsjaren ging ik school in Groningen en hielp ik in de kantoorboekhandel van mijn vader. Toch had ik een onderduikplaats voorbereid: als ze me zochten, dan kon ik mij schuilhouden in de kerktoren.
Represaille
Op zaterdagavond 22 april 1944 kwam ik met de trein terug uit Groningen, toen er op het station van Bedum werd geschoten. Het bleek dat de NSB-politieman Jannes Luitjen Keyer was neergeschoten. Ik zag hem op de grond liggen. Hij leefde nog, maar is kort daarna gestorven. Hij was door het verzet uit de weg geruimd omdat hij te gevaarlijk was.
Er kwam een tegenactie: een grote razzia op dinsdag de 25e . Ik vluchtte naar mijn schuilplaats. Na een uur leek het weer veilig en was ik zo stom om naar huis terug te gaan. Daar werd ik opgepakt en onder bewaking naar Hotel Krijthe gebracht, waar 47 jongemannen uit Bedum verzameld werden. Uit Zuidwolde (Groningen) werden zeventien jongemannen verzameld en waar ter plaatse na de verzameling vier mannen werden gefusilleerd. Het was een zenuwachtige, gejaagde toestand. We wisten niet wat er ging gebeuren. In overvalwagens zijn we naar het politiebureau in Groningen gebracht. Er kwamen jongens uit Winsum en Middelstum bij, in totaal honderdvijftig man.
Gijzelaars
De volgende dag: in colonne dwars door de stad naar het station en in de trein. Uiteindelijk kwamen we in Amersfoort en moesten we naar het Polizeiliches Durchgangslager. We waren gijzelaars. Honger, luizen, strafexercities, mishandelingen door de bewakers, we hebben het allemaal meegemaakt. Toch waren er ook wel leuke dingen in Amersfoort. We hebben gezongen en de polonaise gedanst als er voedselpakketten van het Rode Kruis kwamen. Je moet plezier maken, anders red je het niet.
Werkkampen
In september gingen we op transport naar Duitsland. We kwamen terecht in werkkampen in de buurt van Leipzig. Ik zat in Peres, een dependance van concentratiekamp Buchenwald. Ik moest werken in een brikettenfabriek. De omstandigheden waren erg. We liepen op versleten klompen door de sneeuw, lappen om de voeten. Velen werden ziek. We zaten onder de luizen. Ook hebben we bombardementen meegemaakt. Veel jongens die bij de razzia zijn weggehaald, zijn in Duitsland omgekomen.
Einde oorlog
Op 17 april 1945 vluchtten de bewakers voor de naderende Geallieerden. Met vier jongens ben ik het kamp uitgegaan. Ik kon nauwelijks lopen. We spraken af om eerst aan te sterken en beter te worden, voordat we naar Nederland zouden teruggaan. Het was een chaotische toestand. Ik kan me herinneren dat we voedsel hebben gehaald zonder te betalen. Vier blikken vlees nam ik mee voor thuis, verder had ik niets meer. Uiteindelijk kwam ik op 25 juni 1945 thuis. Ik was haveloos, voor het eerst in maanden kon ik me wassen. Mijn moeder heeft mijn kleren met een tang opgepakt en verbrand.
Militaire dienst
Het duurde lang voordat ik mijn besef terugkreeg. Door mijn kamptijd was mijn persoon tot nul teruggebracht, ik was niets en ik had niets. Ik heb het hier erg moeilijk mee gehad. Ik moest in militaire dienst en naar Nederlands-Indië. Daar kwam ik in de problemen, ik kon het allemaal niet verwerken. Ik kreeg toen een burgerfunctie. Eind 1949 kwam ik naar Nederland terug. Weer had ik niets. Pas toen ik een baan kreeg kon ik met leven beginnen: werk, trouwen, een gezin.
Herinneringen
Lange tijd heb ik mij niet met mijn oorlogsbelevenissen bezig gehouden. In 1967 overleed mijn vader en kreeg ik zijn papieren. Hij heeft alles bijgehouden: documentatie over wat er met mij was gebeurd en correspondentie met de families van de anderen. Toen begon het ook voor mij weer te leven. In 1968 ging ik terug naar Peres, in 1969 opnieuw om er een gedenksteen te plaatsen. Mijn vrouw en kinderen zijn ook meegeweest. Ik was actief betrokken bij de organisatie rond dit monument. Gedeeltelijk om voor mijzelf iets af te sluiten, maar ook om verwerking voor anderen mogelijk te maken. Herdenken is belangrijk, anders wordt de geschiedenis vergeten.
Het monument
In 1989 werd op de plaats van het voormalige Hotel Krijthe in Bedum, nu een bankgebouw Fortis Bank, een plaquette aangebracht om de Keyzer- razzia te herdenken. Namen van de slachtoffers staan vermeldt bij het gedenkraam in het gemeentehuis van Bedum. Jammer vind ik dat er door de leerkrachten van de scholen uit de gemeente sinds 1945 bitter weinig belangstelling is geweest wat zich in de oorlogsjaren 1940-1945 heeft afgespeeld en in het bijzonder de gemeente Bedum. Voor mij persoonlijk was alles gister.
Literatuur: Reinders, H.R. Aanslag en Represaille: Bedum, 22 april 1944 (Bedum, 1984)
In 2015 ging het oude bankgebouw waar de plaquette hing tegen de vlakte om plaats te maken voor het nieuwe appartementencomplex De Krijthe. In 2017 heeft de plaquette daar een nieuwe plek gekregen, op de plaats van het voormalige Hotel Krijthe.