Bouw jij mee aan Bedum?

Tina Homan geïnterviewd door Saffira Rijkee

Ik ben vrolijk. En als iemand bij mij om hulp komt dan help ik altijd.

Onder luid kabaal van de winkelbel kom ik ‘Homan IJzerwaren en Gereedschappen’ binnen. Uit alle macht probeer ik het oorverdovende geluid te laten ophouden en uiteindelijk krijg ik de deur dicht. “Ja, het is een nieuwe deur, hij moet nog wat bijgeschaafd worden, daarom blijft die bel steeds steken,” zegt Tina Homan lachend. De vrolijke Bedumse, die een paar uur eerder helemaal overrompeld, bescheiden vroeg of ik niet liever Piet wilde interviewen, – “Want Piet is toch veel bekender dan mij?” – is in deze internetpen aan het woord.

Image
Tina Homan

Het begin…
Tina Homan werd op 4 november 1960 geboren in Winsum. Al in haar eerste levensjaar verhuisde ze van Winsum naar Bedum, dus veel weet ze zich niet meer te herinneren van haar eerste woonplaats. Voor haar is het altijd Bedum geweest. “Ik heb zelfs altijd hier aan het Boterdiep gewoond! Mijn ouders woonden verderop, waar Henri Koning nu woont, en Piet woonde aan de overkant.”
Na de lagere school ging Tina naar de LHNO en daarna naar de INAZ. Vervolgens werkte ze een jaar in de keuken van een bejaardentehuis in Loppersum, tot een plekje in Allegunda vrij kwam en ze daar werd aangenomen. “Daar heb ik echt een geweldige tijd gehad, écht geweldig. De keuken was dé plaats waar iedereen altijd kwam. Even een bak koffie halen, of een praatje maken. Héérlijk. Vier jaar lang heb ik daar gewerkt, totdat Erik geboren werd en ik besloot om te stoppen met werken.”
Erik (23) werd gevolgd door nog twee zoons, René (20) en Nico (15). In mei afgelopen jaar was het echtpaar Homan vijfentwintig jaar getrouwd. “Ja echt,” zegt Tina lachend alsof ze het zelf niet helemaal geloofd. “Zo lang al! En dan het idee dat je zelf ook al vijfentwintig jaar ouder bent!”

Sinterklaas en voetbal
Ieder jaar helpt Tina weer mee om van de Sinterklaasintocht een succes te maken. “Het was ook dit jaar weer geweldig”, zegt ze blij. Echte hobby’s heeft de Bedumse niet. “Toen de jongens klein waren had ik daar geen tijd voor. ’s Avonds moest de boekhouding gedaan worden, rekeningen uitgeschreven. Ik ging wel altijd met de jongens mee naar voetbal, dat vond ik prachtig. Nu is dat altijd om half één op zaterdags, dat lukt dus niet meer, want dan is het juist druk in de winkel. Maar als het een keer op een avond is dan ben ik er zeker hoor! Dan vragen ze me ook mee, vinden ze nog steeds leuk. En naar een activiteit van Wilhelmina (het muziekkorps) ga ik ook altijd.”

Goede en slechte eigenschappen
“Erik, hoe is mijn karakter?” is de reactie die ik krijg als ik Tina vraag haar persoon te omschrijven. “Moeilijk hoor, zulke dingen over jezelf zeggen. Ik ben weleens wat drammerig denk ik. Als iets klaar moet en ik vraag Piet of één van de jongens iets te doen, dan is het vaak: ‘dat kan over een kwartiertje toch wel?’ Nee, NU, NU!’ zeg ik dan. ‘Anders vraag ik het nu toch niet?’ Haha! Verder ben ik eigenlijk altijd opgewekt, dat komt ook door de winkel. Want wat maak je daar geweldige dingen mee. Ik ben eigenlijk nooit chagrijnig geweest. Ook in Allegunda was het elke dag feest. Natuurlijk heb je wel eens een rotdag, maar verder… nee eigenlijk niet.

Een goede eigenschap? Oh dat weet ik niet hoor! Moeilijk om van jezelf te zeggen!” Na even nadenken: “Ik ben vrolijk. En als iemand bij mij om hulp komt dan help ik altijd. Maar dat vind ik vanzelfsprekend eigenlijk. Een slechte eigenschap is gemakkelijker: ik rook. Nog steeds.”
Geen plannen om te stoppen dus, nu de regelgeving steeds strenger wordt? “Nee. Maar het wordt wel moeilijker. Ik voel me soms haast een misdadigster als ik ergens buiten sta te roken. Ik vind het prima hoor, strengere regels. Voor mensen die niet roken snap ik het best. Maar zo langzamerhand is weed roken gemakkelijker dan gewoon een sigaretje en dat vind ik toch wel erg.”

Trots op de heren
Tina heeft bewondering voor heel veel mensen zo zegt ze. “Maar vooral voor mensen die heel diep hebben gezeten, weer opgekrabbeld zijn en er nu toch maar even weer staan.” De Bedumse heeft moeite met mensen die zich ten koste van anderen omhoog werken.
Als ik haar vraag waar ze trots op is wijst ze zonder twijfel de woonkamer in: “de heren, daar ben ik trots op. En ieder stuk voor stuk, apart.”

Nederland
Tina houdt vooral van Nederlandstalige muziek, “lekker gezellige muziek”, zoals zij het noemt. “Jan Smit, Andre Hazes, Frans Bauer, en die nieuwsten, Nick en Simon, oh heerlijke muziek! En natuurlijk luister ik de hele dag radio Noord,” zegt ze met een knikje naar de radio die boven het aanrecht staat. “Voor de jongens een kwelling zeggen ze wel eens, haha!”
Typisch Nederlands vindt Tina alle regeltjes die Nederland rijk is. “We hebben véél te veel regels en papierwerk. Typisch Gronings vind ik nuchterheid, ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’.”
“Weinig woorden?” voegt Piet, die af en toe even binnen komt lopen toe. “Dat zeggen ze,” zegt Tina. “Maar dat vind ik niet.”

Niks missen
Op televisie kijkt Tina graag naar Goede Tijden Slechte Tijden, CSI, “en natuurlijk voetbal! FC Groningen en het Nederlands elftal mis ik niet hoor! Ik volg niet alle wedstrijden, maar de meeste toernooien kijk ik wel, dat vind ik prachtig. Meestal is het zo dat de man voetbal juist leuk vind, maar bij ons niet. Piet vindt het niet zo…”
Tina leest eigenlijk geen boeken. “Op vakantie nog wel eens, maar hier in de kamer, met de jongens erbij, kan ik echt niet lezen. Ik wil misschien ook niks missen hoor, van wat er gezegd wordt, haha! Mijn tweelingzus leest drie, vier boeken in de week. Dat je jezelf die tijd gunt denk ik dan. Qua kranten lees ik het Dagblad van het Noorden, en natuurlijk de Noorderkrant. Haans huis-aan-huisblad, de Ommelander en voetbal International… Yes, dan lees ik toch nog een beetje!
Bedumer.nl vind ik leuk, ik vind dat een dorp als Bedum zo’n site moet hebben. Maar dan moet het wel bijgehouden worden en dat gebeurt niet altijd. Maar verder is ‘ie erg leuk.”

Moederzorgen
Er zijn heel veel dingen waar Tina gedurende de dag om kan lachen. Tijdens ons gesprek barst ze ook regelmatig uit in een aanstekelijke lachsalvo. Ze kan daarentegen wel huilen om alle familiedrama’s van de laatste jaren. “Dat een pa twee of drie kleine kindertjes vermoord. Ik vind dat dat veel gebeurt hoor, tegenwoordig. Dat iemand daar überhaupt aan kan denken.”
Tina verheugt zich op elke nieuwe dag. Is ze ook ergens bang voor? “Nou, bang… eigenlijk nergens voor. Ja, als het ter sprake komt, die aanslagen, dan denk je wel eens, stel dat hier zoiets gebeurt, maar er echt bang voor? Nee. Om de jongens ben ik wel eens bezorgd. Als ze uitgaan zelfs heel erg. ‘Als ze maar heel thuis komen,’ denk ik dan. ’s Avonds als ze weg zijn, of als het glad wordt bijvoorbeeld, daar zit ik wel over in. Maar dat zal wel moeders eigen zijn denk ik.”
Twee weken per jaar doet de familie Homan de winkel dicht om vakantie te vieren. De laatste jaren gaan ze niet twee hele weken op vakantie, maar liever af en toe een dagje weg. “Lekker thuis, heerlijk. We hebben zó’n lekkere tuin! En ’s avonds een keer lekker uit eten.
Niet langere tijd op vakantie gaan begon eigenlijk toen Erik vijftien was en niet meer mee wilde. Ik vind het geen lekker gevoel om dan weg te gaan. En ze met vijftien jaar alleen thuis laten vind ik ook niks.”

Tijdgebrek
“Hoogtepunten… ja, wat iedereen al zegt natuurlijk, haha! Mijn huwelijksdag en de geboorte van de drie kereltjes. Dieptepunten zijn er natuurlijk wel, maar die wil ik er liever niet in hebben. Ik vind het jammer dat de tijd zo snel gaat. Het is altijd zo weer zaterdagavond, wéér een week om. Het is nu alweer Sinterklaastijd! Als ik dan na ga, Erik is al drieëntwintig. DRIEentwintig!”

Rust
Wat betreft de wereld, vindt Tina het jammer dat er zoveel verschil is tussen arm en rijk. “Zoveel arme mensen die het zo slecht hebben. En daar dan al die rijke landen tegenover.” Nederland vindt ze “druk, druk, druk, druk. Vooral als je een keer richting bijvoorbeeld Amsterdam gaat. Verschrikkelijk vind ik dat. Groningen vind ik dan ook een heerlijke provincie. Als ik dan een keer in het drukkere gedeelte van Nederland ben geweest en ik rijd hier weer heen, dan denk ik: hèhè. Rust”.
Bedum vindt Tina “geweldig. Ik zeg niet dat ik hier mijn leven lang blijf wonen. Als we met pensioen gaan…”
“Neuh toch…” werpt Piet tegen.
Tina: “Ach, je weet ook niet anders. Maar ik heb het hier best naar m’n zin!”

Facebook TwitterLinkedin
­