Bouw jij mee aan Bedum?

Piet Antiek: ‘Je kunt van iedere dag vakantie maken. Wat op je pad komt daar kan je wat mee doen.’

Piet Lanting geïnterviewd door Saffira Rijkee

‘Vroeger, als klein jongetje, liep ik al bij de rommelbult. Iedereen gooide al die spullen weg en ik liep daar en zag alles. Ik ben nu bijna zestig, maar het geld ligt nog op straat. Wat een ander weggooit, is voor ons handel’. 

Piet Lanting


Aan de rand van Bedum, op de Oude Dijk 17, bevindt zich – zoals de meeste mensen zullen weten – de antiekzaak van Piet en Coby Lanting.
Het is heerlijk weer, en op een comfortabele tuinstoel, onder twee grote parasollen, ga ik – tussen de bedrijven door – een gezellig gesprek aan met een man die het altijd druk heeft, maar zich toch niet druk maakt: ‘Alles komt uiteindelijk wel weer op zijn pootjes terecht’.

Piet Antiek
Piet: ‘Vroeger, toen er nog een bar in het trefcentrum was waar de jeugd op zaterdagavond heen ging, waren het allemaal Pieten. Om ons uit elkaar te houden kregen we een bijnaam en ik werd Piet Antiek’. Coby: ‘Toen was ‘ie een jaar of twintig denk ik. Om twaalf uur gingen we dan naar de plek waar het eetcafé van Gerrit Koning nu zit, waar toen Kobus Bos zat. Dat was een cafetaria met achterin een bar. Daar heeft Piet tot zijn zevende naast gewoond en toen ging hij ’s ochtends al geld zoeken bij de trekautomaten.
Piet: ‘Ja, daar ging ik altijd dubbeltjes zoeken, onder de kroketautomaat. ’s Avonds laat konden de mensen de gleuf niet meer vinden. Toen zei ik al, ‘het geld ligt op straat’. Dat roep ik nou nog. Je moet het alleen zien.’

Piet en Griet
‘Ik ben één van een tweeling, ik woog maar drie pond toen ik geboren werd. De dokter zei: ‘Die jongen redt het niet’.’ Coby: ‘En moet je kijken wat er van gekomen is.’
Piet werd op twee oktober 1950 geboren in Bedum. ‘Pieter Lanting, heet ik. Piet en Griet waren wij: mijn zus heette Grietje.’ Coby: ‘Hoe creatief…’
Piet: ‘Na de lagere school heb ik drie jaar van de Ulo vol gemaakt, gaan vier. Toen ben ik gewoon aan het werk gegaan.’ Coby: ‘Hij zag alle vogeltjes vliegen. Maar naast het werken heeft hij nog wel de avondhandelsschool gevolgd.’
Piet: ‘Ik ben toen gaan werken in de stad, bij Jacob Koning, een prachtige porselein en kristalzaak aan de Grote Markt. Daar heb ik een hele mooie tijd gehad. Tot 1979 heb ik er gewerkt.’

Image

In december 1978 zijn Piet en Coby getrouwd. Piet: ‘Mijn steun en toeverlaat. Ik ben nogal impulsief soms. Zij zet mij weer met beide benen op de grond’. Coby: ‘We waren net een half jaar getrouwd en toen kwam jij op straat te staan. Wichers – het bedrijf dat Koning overnam – vroeg of jij mee wilde.’ Piet: ‘Toen veranderde mijn leven enigszins. Vanaf die tijd werkte ik nog tien uur in de week in de stad. Ik had mijn eigen zaak al, dus dat paste mij precies. Tot 2002, zolang als de zaak er was, heb ik nog bij Wichers gewerkt. We hebben de winkel maar beperkt open, van woensdag tot en met zaterdag, dus die tijd hebben we wel over.
In 1972 ben ik zelf met de handel begonnen. Tussen 1974 en 1992 heb ik mijn zaak aan de stationsweg gehad, op de plek waar nu juwelier van Ark zit’.

Wie het werk ziet heeft het
Coby: ‘Vrijwilligerswerk? Daar heeft ‘ie bijna een voltijd baan aan!’ Piet: ‘Vroeger bij de handelsvereniging heb ik op veel beurzen gestaan. Met grote tenten op de Riekele Prinsstraat bijvoorbeeld, dat weten de mensen vast nog wel. En ook in het gebouw waar nu de Plusmarkt zit. De handelsvereniging verzorgde toen al, en nu nog, de verlichting en kerstbomen rond de feestdagen. Dat gebeurt allemaal vrijwillig. En ook de eindejaarsactie hoort bij vrijwilligerswerk.
Eén keer per jaar ga ik op reis met het rode Kruis. Met vijftig vrijwilligers uit de provincie Groningen en vijftig lichamelijk gehandicapte mensen, gaan we dan een week door Nederland over de waterwegen.

Image 

Het schip waarmee we varen is in 1997 gebouwd, dus vrij modern. Als je zo’n week mee bent geweest, kom je als herboren terug. Je ziet hoe ziek die mensen zijn, hoe weinig ze kunnen. En jij mag gezond weer naar huis. Dan kan ik er het hele jaar weer tegenaan. Je krijgt er ook zoveel voor terug. Overal waar hulp nodig is, spring ik in, dat is fantastisch. Ik zit die week dus in de zorg…’ Coby, glimlachend: ‘Nou moet je ook even vertellen dat er voor jou eigenlijk apart een functie is ingesteld hè?’ Piet: ‘Ik zat eerst op de bar / receptie. Daar was ik niet geschikt voor. Ik moest namelijk op een stoel zitten.
Ik zag alles wat er verkeerd ging, dus na die week zei ik: ‘dat was één keer en nooit weer’. Dus toen mocht ik de zorg in. Eigenlijk heb ik me een functie toegeëigend: ik ben daar Piet OI, dat betekent Piet Overal Inzetbaar. Dat houdt in dat als er een lekke band is, ik die plak. Als er iets zoek is, moet ik het vinden. Heeft een zieke zin in zoute haring, dan fiets ik naar het dorp en haal het op. Al dat soort calamiteiten doe ik. Dat is prachtig. Wie het werk ziet, heeft het’.
Ook de jaarlijkse wielerronde help ik mee organiseren, die vindt dit jaar (2008) voor de vijfentwintigste keer plaats. Dus daar zijn we nou alweer druk mee bezig.

Geen tijd voor hobby’s
‘Politiek gezien staan we in het midden denk ik hè? We zijn van Christelijke afkomst, dus geen linkse rakkers. Ik zit niet bij een partij, heb ik geen tijd voor. Het is een beetje saai, heel tijdrovend en het schiet niet op, daar kan ik niet over. Voor hobby’s heb ik ook geen tijd. Ik lees geen boeken, Coby wel heel veel. Ik lees wel kranten: ons eigen Dagblad van het Noorden, de Ommelander en de Noorderkrant.
Op tv vind ik praatprogramma’s geweldig. We volgen geen series. Van Goede Tijden Slechte Tijden heb ik nog nooit één aflevering gezien. Een ander is om zeven uur misschien klaar voor die dag, maar wij niet. We bezorgen ook veel ’s avonds, dan ben je om tien uur nog eens thuis. Pauw en Witteman kijken we wel vaak. En naar de regionale zenders.

Image 

‘Een goede eigenschap… ik ben sociaal denk ik… Coby?’
Coby: ‘Sociaal, betrouwbaar en eerlijk’. Piet: ‘Ik ben enigszins ongeduldig, dat is misschien een slechte eigenschap. Als er in de supermarkt tien mensen aan de kassa staan, leg ik mijn boodschappen liever terug’.
Coby: ‘En dan heb je niet alleen met boodschappen doen!’
Piet: ‘Nee, dat is waar. Dat zit in de genen denk ik hè?’
Coby: ‘Haha, ja hoor…’

Het geld ligt op straat
‘Waar ik om kan lachen? Zo even één twee drie, specifiek? Overal wel om denk ik… Dingen op straat vind ik wel lachwekkend soms. Tenzij iets niet goed afloopt natuurlijk…
En waar ik om kan huilen… Ja, een man huilt niet zo gauw hè. Maar er zijn wel momenten. Bij het overlijden van mensen die veel te vroeg heen gaan. Bij ziekte in de familie. Mijn vader is maar achtenvijftig geworden. Zou oud ben ik nu. Dat is wel heel jong.

Ik heb bewondering voor mensen die niks geleerd hebben en toch een groot bedrijf op poten zetten. Een praktijkvoorbeeld is Henny van der Most. Hij heeft bijvoorbeeld de Bonte Wever in Slagharen en DeSmelt in Assen. Mensen als hij zeggen ook ‘het geld ligt op straat. Je moet alleen wel lef hebben’. Dat vind ik knap.
Ik heb moeite met respectloosheid. En kritiek van mensen die zelf niks doen: de beste stuurlui staan aan wal. Ik ben trots op mijn vrouw en mijn kinderen: Chris (27) en Marjan (24).’

De Brocantes in Frankrijk af
‘Op vakantie gaan we één week per jaar, de laatste keer zelfs tien hele dagen. We blijven meestal in Europa, gaan vooral naar Duitsland. We houden het dicht bij de deur, geen Aziatische bestemmingen. We gaan ook wel eens een weekend wandelen in Duitsland. Ik zou wel eens acht weken lang naar Frankrijk willen, maar dat kan niet met de winkel. Maar toch. Met een lege bus, veel geld en dan de Brocantes in Frankrijk af. En met allemaal mooie spullen thuis komen, prachtig. Maar we houden het maar bij die dikke week.’ Coby: ‘En hier thuis bevalt het ook zo goed, op het terras’. Piet: ‘Ja, of je een winkel aan huis hebt, of in het dorp, dat maakt wel verschil. Wij hebben hier een hele mooie woonwerk combinatie’.

Image 

‘Qua muziek hou ik van gewoon normale muziek. Frans Bauer en Jantje Smit. Een beetje Hollands, dat past wel bij Piet. Aan sport doen we ook. We zitten samen alweer vijftien jaar op senioren gym, van Balans. Dat is op vrijdagavond van negen tot half elf. Heel gezond en gezellig. Als iets gezellig is voel ik mij er wel thuis.’

Stamppot en snert
Typisch Nederlands vind Piet stamppot. ‘Boerenkool met worst. En snert. Slecht weer vind ik hele gezellig. Lekker binnen, houtkacheltje aan. Waar maken we ons druk om.
Ze zeggen dat Groningers stug zijn, maar dat vind ik niet iets typisch Gronings. Ik krijg hier heel veel Westerlingen en die zeggen allemaal dat ze Groningers helemáál niet stug vinden.

Bedumer.nl vind ik voor Bedum en omstreken een hele mooie nieuwssite. Als mensen buiten de provincie en Nederland Bedum willen volgen, is dit hét medium’.

Iedere dag vakantie
‘Ik kan me verheugen op heel veel dingen. Op mooi weer, mensen om me heen. Evenementen, reizen, iets doen voor de medemens. Op vakantie verheug ik me niet. Mensen verheugen zich zó op die ene twee weken. En dan valt het in het water. En dan? Waarom doen mensen dat toch? Je kunt van iedere dag vakantie maken. Wat op je pad komt daar kan je wat mee doen.’

‘Koopmans goed is eb en vloed’
De hoogtepunten van mijn leven vind ik dat ik heel vroeg met mijn zaak gestart ben, het trouwen met Coby en dat we twee gezonde kinderen hebben gekregen. Ook dat we nog zo doordraaien zoals we doen. Daar mag je wel tevreden mee zijn. Je kan nog wel meer willen, maar meer is nooit vol. En die week op reis met die oudjes. Dat je zoveel kunt betekenen voor een ander. Dat is altijd een hoogtepunt.
Als koopman heb je ook wel eens dieptepunten. Koopmans goed is eb en vloed. Soms gaat het een paar weken slecht, daarna weer goed. Je hebt geen enkele zekerheid. Maar uiteindelijk komt alles wel weer op zijn pootjes terecht.’

Image 

Oud worden in Bedum
‘Ondanks dat we in 2008 leven, bewonen we toch een rumoerige wereld. De toekomst is misschien wat onzeker. De bankcrisis in Amerika, wat krijgt Europa daar nog van langs? Alle oorlogen. De schaarste in voedsel en energie. Dat is toch wat zorgelijk.
Europa wordt één sterk bolwerk. Dat is op zich niet verkeerd voor de handel. En de euro is sterk. We moeten verder maar afwachten hoe het zich ontwikkelt.
Nederland is een rijk land. Niet iedereen beseft dat, maar het is wel zo denk ik. We hebben van alle weersinvloeden wat. Om te wonen is het een goede plek.
Groningen is een levendige stad, daar gebeurt het. Alle dorpen hebben met Groningen te maken. Het is een gezellige horecastad, met altijd veel leven in de brouwerij.
Bedum is een mooi dorp. Het bijzonderste vinden mensen uit de rest van het land het water dwars door het dorp. Voor de winkels niet echt gunstig, maar voor het dorp prachtig. Ik kan in Bedum wel oud worden, alles is hier.’

Ik hoop dat we nog lang gezond blijven. Ik ben al achtenvijftig jaar en ik zit al zolang in de handel. Maar ik wil eigenlijk nog heel lang door en dan is je gezondheid wel essentieel.
We hebben heel wat meegemaakt, maar eigenlijk is het in vogelvlucht gegaan. Ik denk vaak: “Waar is de tijd gebleven”!’

 

 

 

Facebook TwitterLinkedin
­