Bescheiden kookboekverzamelaar

Pieter Wesseldijk geïnterviewd door Saffira Rijkee.

Pieter Wesseldijk vindt zichzelf niet filosofisch – ‘Het komt meestal uit mijn grote vinger’ –maar doet af en toe toch best wijze uitspraken. Vanuit zijn vakantiehuisje in de Franse natuur ziet hij graag hoe campinggasten de zon najagen.  Hij vindt kookboeken romantisch en is altijd aan het werk, dat blijkt wel tijdens ons gesprek.

Klik voor vergroting
Pieter Wesseldijk

Pieter heeft de eerste 28 jaar van zijn leven in IJmuiden gewoond, maar hij werd in Leiden geboren. Hoe kwam hij dan in Bedum terecht? ‘Daar komen we nog op! Ik heb altijd een voorliefde voor techniek gehad en mijn zwager deed de Hogere Autovakschool. Dat leek mij ook wel grappig dus ik wilde wel een dagje meelopen. Omdat er bij ons thuis heel regelmatig een flesje wijn werd opengetrokken deed ik dat daar achter de receptie ook. Ze waren verbaasd hoe handig ik in dat soort dingen was. Er zijn meer horecascholen dan autoscholen, dus zo kwam ik op horecaschool De Kogge in Amsterdam terecht. We waren de tweede lichting: de school was nog in aanbouw en het was één grote puinhoop. In het derde jaar begonnen de stages. Ik stond eerst in Motel Vianen in de keuken. Mijn tweede stage liep ik bij Joop Braakhekke als assistent-vervanger van de keldermeester. Daar is voor mij een hele belangrijke basis neergelegd op dranken- en materiaalkennis en het ontvangen van gasten. Al met al heb ik er tweeënhalf jaar gewerkt. Uiteindelijk kwam ik in Grand Hotel Huis ter Duin terecht in Noordwijk, waar ik ook twee jaar gewerkt heb. Daar kwam ik Janet tegen, zij liep er stage. Ja, en dan ga je met het meisje mee hè, zo gaat dat, haha!’

Trefcentrum
‘Janet komt uit Onderdendam. De gemeente was in die tijd net bezig met de Stichting Trefcentrum en de vader van Janet werd als beheerder aangesteld. Op een gegeven moment kwam de vraag aan Janets broer John of het niet verstandiger was om het Trefcentrum te privatiseren. Janet wilde graag meedoen. In 1992 heb ik John uitgekocht en sinds die tijd doen we het met ons tweetjes. Het bevalt nog altijd goed.’
Sinds die tijd is het klantenbestand van het Trefcentrum flink veranderd. Pieter: ‘Toen waren er nog heel veel grote verenigingen die gebruik maakten van onze zalen, het was echt een wisselwerking tussen de sociaal-culturele en de particuliere markt. Nu moeten wij het hebben van het bedrijfs- en particuliere gebeuren. Het hele verenigingsleven is hier in elkaar geklapt, door de vergrijzing, maar ook omdat er niet goed is ingesprongen op de stijgende kosten: contributie is bij de meeste verenigingen nooit verhoogd en dan houdt het op. Dat geeft wel een grijs gevoel in Bedum. Terwijl de gemeente juist had bedacht: laten we dat verenigingsleven hier centraliseren.’
Omdat Pieter en Janet zoveel zakelijke klanten hebben doen ze ook op culinair gebied van alles. Mensen kunnen komen eten, maaltijden kunnen worden afgehaald en vooral met catering en bedrijfscatering hebben ze het druk. Ze verzorgen bijvoorbeeld al het eten voor het bedrijfsrestaurant van de Domo.

Kookboeken
Eén van Pieters hobby’s is het verzamelen van kookboeken (zie foto) en recepturen van over de hele wereld. Twee bomvolle boekenkasten zijn het bewijs. ‘Op internet is nog veel meer te vinden maar een kookboek heeft toch haar eigen romantiek. Het zou me niet verbazen als hier in de toekomst nog eens zoiets komt als een culinaire bibliotheek, dat mensen hier naar toe kunnen komen voor inspiratie. Ik vind het grappig om daar mee bezig te zijn.’
In het Trefcentrum maakt Pieter van alles voor zijn klanten. Van pannenkoeken tot een zesgangenmenu en de buffetten daar tussenin. Snert en stamppot in de zomer? Geen probleem: ‘Dat vinden mensen altijd lekker’. Thuis is hij geen keukenprins. ‘Ik heb daar vaak ruzie met het kooktoestel, de branders zijn veel te klein.’

Kibbelende zusjes
Met slechts één personeelslid erbij maken Pieter en Janet lange dagen. Dan is het wel belangrijk dat je het goed met elkaar kunt vinden. Je werksituatie moet een soort familiegevoel geven vindt Pieter. Aan de andere kant moet je ook weten waar de grens te trekken. ‘Het is altijd een kwestie van een balans vinden tussen je werk- en je privéleven. Want de kinderen zijn ook zeker zo belangrijk. Ik ben blij dat ze het goed doen. De jongste gaat net naar de middelbare school in Winsum. De oudste gaat naar school in Leiderdorp en heeft een betaalde stage in Huis ter Duin. Ze woont ook in Noordwijk. Voor een jonge meid van 18 is dat een hele stap.’ En voor vaders is het ook wel wennen zeker? ‘Eigenlijk geeft het veel rust. Twee zussen kibbelen best veel. Maar dat is de revolutie van het kind, grenzen opzoeken, dat is heel normaal.’

Conflict
‘Politiek? Daar zit Janet meer bovenop dan ik. Ik vind het soms wel lastig om van alles te horen aan de bar, waar politieke partijen nog even napraten, en daar dan zelf geen mening over te kunnen geven. Dat zorgt wel eens voor een conflict in jezelf. Het is een spel hè, politiek. Je kunt nooit honderd procent van mensen op aan, alles wat je zegt kan tegen je gebruikt worden… Maar we hebben ze graag met vergaderingen onder dak. Het geeft een bepaalde reuring als verschillende partijen elkaar hier ontmoeten, het geeft een leuke gezelligheid.’

Muziek
‘Van licht klassieke muziek tot de zwaarste hardrock die je maar kunt bedenken: het maakt mij niet uit, ik heb overal respect voor. Ik moet ook op de hoogte blijven van wat leeft onder de leeftijdsgroepen. – Ah mooi, heb je de lichten in de keuken ook al bekeken? – Ik heb thuis wel tien- tot vijftienduizend nummers op de pc staan, maar helaas weinig tijd om ze uit te zoeken.’

Hockey
In IJmuiden deed Pieter al aan hockey. ‘Maar ik was zo’n sul die altijd de bal op zijn enkels kreeg en dan ben je er op een gegeven moment wel zat van. Door een kennis ben ik hier in Bedum toch weer gaan hockeyen. Je kijkt wat beter uit en je past op elkaar al gebeuren er nog wel eens ongelukjes. Je kunt wel zeggen: het zijn veteranen, maar ze zijn even fel als de D’tjes van vroeger. Ik vind het leuk dat je altijd als groep bezig bent. Ik loop steevast met bescheiden trots het veld af, of we nou gewonnen of verloren hebben. Als we maar weer heel thuiskomen.’

Bescheiden  
Pieter omschrijft zichzelf als rustig en bescheiden. ‘Ik hoef niet per se op de voorgrond. Ik ben emotioneel gevoelig en als ik me ergens in vastbijt omdat het mijn interesse heeft of omdat ik het belangrijk vind, ga ik er voor honderd procent voor. Het ontvangen van mensen vind ik heel belangrijk, dat heeft wel wat. Een slechte eigenschap? Vervallen in luiheid. Ik moet wel geprikkeld worden.’
Pieter kan lachen om heel veel dingen. ‘Ik ben wel eens te ernstig maar ik kan om de meest idiote dingen lachen. Ik vind dat er te weinig gelachen wordt, het leven wordt erg zwaar opgenomen. Het mooiste is het als de tranen je over de wangen lopen.’
Huilen kan hij om de vele mensen die in zijn familie en directe omgeving al zijn weggevallen. ‘Dat doet altijd zeer. Net als privésituaties die niet lekker lopen. Je familie is in wezen het belangrijkste. Dat wordt nog wel eens vergeten: waar gaat het nou eigenlijk om?’

Bewondering
‘Ik heb bewondering voor wat mijn vader heeft bewerkstelligd als huidarts. Door hem hebben we dit bedrijf kunnen aantrekken, daar heeft hij ons behoorlijk in ondersteund. Ik vind het ook best wel knap hoe we – heb je die balletjes al in de tomatensoep gedaan? En die andere is klaar hoor – door de jaren heen het hoofd boven water hebben gehouden. Je moet het toch maar doen, crisis of leuk draaiende economie. Daar ben ik wel trots op.’

Verkoop Trefcentrum
Pieter en Janet zijn wel eens erg zat van de geruchten die de ronde doen over de verkoop van het Trefcentrum. ‘Daar heb ik moeite mee, met gemeenten of instellingen die naar de grond van het Trefcentrum kijken om te zien wat ze erop kunnen zetten. Daar is je gastenbestand gevoelig voor: mensen blijven weg want stel dat hun feestje niet door gaat. Het is een behoorlijke geruchtenmachine waarin steeds weer geroepen wordt dat er een deal gedaan is. Als dat al gedaan wordt dan laten we dat zelf weten in de krant. Dat gewauwel in de wandelgangen daar zijn we wel eens spuugzat van. We weten dat er naar de grond gekeken wordt. Als mensen interesse hebben, heb ik liever dat ze gewoon eens binnenkomen om te praten.’
Maar is er dan sprake van, dat het Trefcentrum van de hand wordt gedaan? ‘Uiteindelijk moet je kijken waar je met je bedrijf in de maatschappij staat. Je ziet door het hele land heen bedrijven als dit verdwijnen omdat er geen gebruik meer van wordt gemaakt. Maar wat we dan zouden gaan doen – Ah mooi, heb je alle lichten gehad? Ook de kleedkamers? Ja, die zijn er ook, haha, daar achter!’ – en waar, dat weten we niet. Dat zien we wel als het zover komt. We zijn in iedere geval nog te jong om te stoppen.’

Frankrijk
Helemaal tot rust komt Pieter als hij naar het familievakantiehuisje in Frankrijk gaat, bij een camping in de Tarn. Zijn vader bouwde het huisje hier ooit, toen vrienden van hem de camping opstartten. Pieter: ‘Je vindt daar natuur zoals wij die niet meer hebben. Er glibbert en kruipt van alles. De temperatuur is er heel plezierig al regent het er ook heus wel eens, maar dat hoort er bij. Ik vind het mooi om te zien hoe campinggasten hun rust proberen te vinden en de zon najagen, terwijl die heus vanzelf wel naar ze toekomt.

Import
Typisch Gronings vindt Pieter de koffiepot op tafel. En dat hem altijd, omdat hij ooit vanuit het Westen hier naar toe kwam, gevraagd wordt of hij dat Gronings wel verstaat. ‘IJmuiden is tijdens de crisis ontstaan. Het Noordzeekanaal moest gegraven worden en heel veel Groningers zijn toen naar die streek gegaan om centen te verdienen. Het is daar een smeltkroes van verschillende dialecten die vrij moeilijk te verstaan zijn, maar het is ook doorspekt van Gronings dus daar heb ik nooit moeite mee gehad. Wat ik zo grappig vind is dat als twee Groningers elkaar niet verstaan, de zin vaak herhaald wordt in het Nederlands. Dat viel me van begin af aan al op als import. Nee, ik zou niet meer terugwillen naar het Westen; ik voel me hier prima.’

Middeleeuwen
Over zijn voorliefde voor kookboeken vertelde hij al, maar Pieter is ook weg van alles wat met de Middeleeuwen te maken heeft. Hakken, bloed en geweld vindt hij geweldig, in boeken en in films. ‘Wat mensen elkaar toen aandeden, dat is gruwelijk. Maar er zit ook een stukje romantiek aan die tijd, dat vind ik leuk. Misdaaddrama’s en thrillers vind ik ook leuk.’

Pieter kan zich verheugen op het gevoel dat hij krijgt als hij nieuwe plannetjes heeft, of wanneer de tuin rondom het Trefcentrum helemaal klaar is. Hij is bang voor onnodig geweld. ‘De rest is beheersbaar, maar dat onverwachte, explosieve geweld in bijvoorbeeld cafés, daar heb ik wel een onderhuidse angst voor. Ik ben er niet mee bezig, ik probeer hier altijd een prettige sfeer te creëren.’ Het idee dat we onder de zeespiegel leven kriebelt ook wel eens. ‘Ik ga er maar vanuit dat de overheid het goed onder controle heeft. Eigenlijk ook raar dat mensen zulke plekken kiezen om te gaan wonen.’

Dorpsfeest
Bedum vindt Pieter een moeilijk verenigbaar dorp. ‘Iedereen heeft respect voor elkaar, maar allemaal zitten ze op hun eigen eilandje. Het zou zo mooi zijn als we alles eens bij elkaar konden krijgen zodat je bijvoorbeeld één keer per jaar een groot dorpsfeest kunt geven. Zodat je dat overkoepelende gevoel van saamhorigheid hebt, waarbinnen iedereen toch zijn eigen ding kan doen. Iedereen denkt dat ‘ie elkaar niet nodig heeft. Terwijl we er samen iets heel moois van zouden kunnen maken waar we allemaal van kunnen profiteren. Er was een tijd dat Bedum 25.000 mensen trok met de kerk en de put van Balkema. Ook voor het sociale leven is het mooi om één keer per jaar samen iets te organiseren. Dat hoeft niet veel te kosten, alleen wat zweet.’

Kookservice
Voor het Trefcentrum heeft Pieter alweer mooie nieuwe plannen, waaronder versbereide afhaalmaaltijden voor werkende Bedumers. Gewoon je bestelling plaatsen en je dagelijkse maaltijd staat klaar op de tijd die je wenst. Pieter is bezig een menucyclus klaar te stomen. Via Bedumer.nl kunnen mensen straks zien wat er te krijgen is voor het avondeten. Salades en buffetten zijn ook altijd te bestellen voor thuis.

Pieter laat me vrolijk uit. ‘Heb ik wel een interessant verhaal te vertellen? Ik ben niet zo filosofisch ingesteld hoor, meestal komt het zo uit mijn grote vinger. Succes ermee!’

Facebook TwitterLinkedin
­